20 november 2025

Jurisprudentie: Rijverbod beroepschauffeur door cannabis tijdens het werk

Irma Visser
thema-arbeidsrecht

Het ontslag op staande voet blijkt echter niet rechtsgeldig.

Wat speelde er?
Een chauffeur staat tijdens zijn pauze op een parkeerplaats, wanneer de politie hem verzoekt mee te werken aan een speekseltest. In het speeksel worden sporen van cannabis gevonden. De politie legt de chauffeur een rijverbod op van 24 uur. De chauffeur laat zich ophalen door een collega en hij belt de vestigingsmanager over de test en het rijverbod. De werkgever ontslaat de chauffeur nog dezelfde dag. De chauffeur legt zich neer bij het ontslag, maar vordert wel een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding.

De kantonrechter Rotterdam oordeelt dat het ontslag op staande voet onterecht is en kent de gefixeerde schadevergoeding en transitievergoeding toe.

Geen ontslag op staande voet
Het ontslag is niet rechtsgeldig omdat er geen sprake is van een dringende reden, kijkende naar alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang gezien. De dringende reden genoemd in de ontslagbrief is de positieve uitslag op de speekseltest en de daaropvolgende rijontzegging. Een speekseltest wordt in de regel gevolgd door een bloedtest. Pas wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat de grenswaarde wordt overschreden is er sprake van een strafbaar feit. Bij de chauffeur is geen bloedonderzoek gedaan, omdat hij op de parkeerplaats stond en ze hem niet hebben zien rijden. Er is dus geen sprake van vervolging van een strafbaar feit.

De werkgever stelt een zero tolerance beleid te hebben als het gaat om alcohol en drugs. De kantonrechter vindt het op zich duidelijk dat het beleid voorschrijft dat medewerkers tijdens werktijd geen alcohol of drugs gebruiken of onder invloed zijn. Dat blijkt ook uit de toepasselijke cao Beroepsgoederenvervoer. Echter, in dit geval is niet gebleken dat de werknemer daadwerkelijk onder invloed verkeerde van drugs tijdens zijn werk. Er is immers geen bloedonderzoek gedaan. Verder schrijft het beleid van de werkgever hele andere, en minder zware stappen voor als een werknemer onder invloed is. Ook een verwijzing naar een bepaling rondom sanctioneren in de algemene arbeidsvoorwaardenregeling mag de werkgever niet baten.

Conclusie
De kantonrechter komt tot de conclusie dat, hoewel duidelijk en vanzelfsprekend is dat van een beroepschauffeur mag worden verwacht dat hij niet onder invloed van alcohol of drugs verkeert tijdens zijn werk, het niet gebleken is dat de werknemer in de gegeven situatie daadwerkelijk onder invloed was. Het sanctiebeleid van de werkgever is op dit gebied niet duidelijk. Van een kenbaar zero tolerance beleid met duidelijke sancties op het moment dat een chauffeur een tijdelijk rijverbod krijgt vanwege een positieve speekseltest is bij werkgever geen sprake.

De kantonrechter kijkt bij de beoordeling van de dringende reden ook naar de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. In dit geval heeft de werknemer een lang en vlekkeloos dienstverband, en de recente beoordeling was positief. Hij is onlangs vader geworden en heeft een huis gekocht. Er is nog niet eerder sprake geweest van alcohol- of drugsgebruik tijdens het besturen van een motorvoertuig.

Werkgever heeft werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij is aangehouden, positief heeft getest op een speekseltest voor cannabis en een rijontzegging van 24 uur heeft gekregen. Gelet op de hiervoor besproken persoonlijke omstandigheden, in combinatie met het feit dat niet is komen vast te staan dat werknemer de wettelijke grenswaarde voor cannabisgebruik heeft overschreden tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden, is er naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

Nu het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is kent de kantonrechter de transitievergoeding toe. Ook de gefixeerde schadevergoeding, welke gelijk is aan het loon van de werknemer wanneer de werkgever zich wel aan de opzegtermijn had gehouden. De billijke vergoeding wordt afgewezen. De overige vergoedingen zijn voldoende compensatie.