Wet toekomst pensioenen aan Tweede Kamer aangeboden

Op 30 maart 2022 legde minister Carola Schouten de uitwerking hiervan aan de Tweede Kamer voor.

logo Rijksoverheid 765x300px

In 2019 hebben het kabinet en sociale partners in het Pensioenakkoord een breed pakket aan maatregelen met elkaar afgesproken. De Wtp vormt een wettelijke basis om het nieuwe pensioenstelsel zoals vastgelegd in het Pensioenakkoord mogelijk te maken. Na behandeling en akkoord van het wetsvoorstel Wtp in de beide kamers krijgen werkgeversorganisaties, vakbonden en pensioenfondsen nog enkele jaren om de wijzigingen door te voeren en de deelnemers hierover te informeren.

Wet toekomst pensioenen
De wet schept in de eerste plaats ruimte voor de nieuwe pensioencontracten uit het Pensioenakkoord. Het nieuwe pensioen wordt straks beweeglijker en sluit nauwer aan bij de economische ontwikkelingen. Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering omhoog. Gaat het economisch slechter dan worden de pensioenen sneller gekort.

Het tweede doel van dit wetsvoorstel is om pensioen voor de deelnemers transparanter en persoonlijker te maken. Iedereen gaat pensioen opbouwen via een premieregeling. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk. Met de nieuwe regels voor pensioen zien deelnemers duidelijker hoeveel geld zij en hun werkgever stoppen in hun pensioen en hoe snel dit bedrag groeit. Dit betekent tegelijkertijd ook dat de deelnemers een minder beeld hebben van de pensioenuitkering die zij op de pensioendatum met het gespaarde pensioenkapitaal kunnen financieren.

Indexatie
In het wetsvoorstel zijn ook afspraken gemaakt om in de transitieperiode (2023-2027) al met de blik van het nieuwe stelsel naar het huidige stelsel te kijken. Pensioenfondsen die de intentie hebben om ook de huidige pensioenen over te zetten naar het nieuwe stelsel (het zogenoemde invaren) mogen onder voorwaarden met versoepelde indexatieregels rekenen. Hierdoor is er ook in aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel al meer zicht op indexatie.

Voor het jaar 2022 wordt door een apart besluit geregeld dat fondsen, vooruitlopend op de nieuwe pensioenwet, ook de ruimte krijgen om sneller te indexeren. Het voornemen is dat dit besluit per 1 juli 2022 in werking treedt.

Behouden wat goed is
In het wetsvoorstel is geprobeerd om de sterke elementen van het huidige Nederlandse pensioenstelsel te behouden. Zo blijft de mogelijkheid van verplichtstelling, zodat uitvoeringskosten laag blijven en collectief risico’s kunnen worden gedeeld. De fiscale ruimte is gericht om een pensioen op te bouwen dat 80% van het gemiddelde tijdens de loopbaan verdiende loon bedraagt. Ook blijft de bestaande rolverdeling tussen de betrokken partijen behouden. De overheid stelt het wettelijk kader vast en zorgt voor de fiscale facilitering van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Werkgevers en werknemers sluiten pensioenovereenkomsten en laten deze uitvoeren door een pensioenuitvoerder, terwijl DNB en AFM toezicht houden.

Hoe ziet het verdere proces eruit?
Afhankelijk van de wetsbehandeling in de Tweede en Eerste Kamer, geldt de nieuwe wet naar verwachting vanaf 1 januari 2023. Werkgevers, vakbonden en pensioenuitvoerders krijgen dan 4 jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot 1 januari 2027.

Bron: Rijksoverheid