Extern verlofsparen fiscaal niet mogelijk

Rolf Blankemeijer

De cao-partijen van de sector GEO hebben laten onderzoeken of het fiscaal haalbaar is dat medewerkers de waarde van hun verlofspaarsaldo op een externe rekening kunnen laten storten.

De Belastingdienst geeft hier echter geen toestemming voor.

Uitbreiding verlofsparen
In het Pensioenakkoord is een verruiming van de verlofspaarregeling opgenomen. Het is fiscaal toegestaan dat medewerkers een verlofspaarsaldo van maximaal 100 weken opbouwen, zonder dat hierover al loonbelasting hoeft te worden afgedragen. De vakbonden zijn een groot voorstander voor de extra verlofspaarmogelijkheid. Medewerkers zouden met deze regeling extra kunnen sparen voor vervroegde pensionering of voor een extra lange sabbatical van maximaal twee jaar.

De werkgevers zijn over het algemeen niet gelukkig met een uitbreiding van een voorziening voor verlof binnen het eigen bedrijf en daarmee op de eigen balans. De waarde van het verlof moet immers bij elke loonsverhoging worden opgehoogd. Verder is verlof ook bedoeld om te herstellen, maar dan moeten medewerkers het verlof wél opnemen zoals dat bedoeld was. Werknemers lopen bovendien het risico dat bij faillissement van de werkgever zij hun opgespaarde vakantierechten kwijt zijn.

Extern sparen voor verlof
Een oplossing voor de financiële risico’s van werkgevers en medewerkers zou kunnen zijn om de bruto waarde van het gespaarde verlofsaldo op een externe rekening, buiten de werkgever om, te storten. Het verlofspaarsaldo kan later worden gebruikt voor de financiering van het verlof. De medewerker heeft zo volledige controle over het spaarsaldo en kan dit saldo eventueel ook meenemen naar een nieuwe werkgever. De cao-partijen van GEO hebben het adviesbureau KWPS ingeschakeld om de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken. KWPS heeft een voorstel voor een externe spaarmogelijkheid gemaakt en dit voorgelegd aan de Belastingdienst.

Oordeel Belastingdienst
De Belastingdienst heeft het voorstel van de externe verlofspaarrekening onderzocht en kwam tot de conclusie dat dit fiscaal niet is toegestaan. De Belastingdienst stelt dat er door de voorgestelde constructie geen sprake meer is van een vrijgestelde aanspraak op verlof.
Met de storting van de tegenwaarde van het verlof op een bankrekening van de werknemer krijgt de werknemer de beschikkingsmacht over het geld, in plaats van de werkgever. Bovendien is doorbetaald verlof naar zijn aard iets dat de werkgever verzorgt en dat is anders dan de voorgestelde constructie, waarin een werknemer uiteindelijk zijn eigen loon tijdens de verlofperiode financiert. De werknemer krijgt geen aanspraak op - geheel of gedeeltelijk - betaald verlof. Hij heeft hoogstens een recht op onbetaald verlof dat hij zelf moet betalen.

Gevolgen voor medewerkers
Als medewerkers de waarde van hun verlof op een externe rekening willen storten, dan moet de werkgever over de waarde van die verlofdagen loonbelasting inhouden. De resterende nettowaarde van het verlof kan dan op de externe verlofspaarrekening gestort worden en is voor de medewerkers dan jaarlijks bruto belast volgens de belastingtarieven van box 3. Bruto sparen en daarover later belasting betalen is vooralsnog dus niet mogelijk.