Interview met Nienke de Wolff: "We hebben een goede cao, maar er blijft nog genoeg werk te doen."

Rolf Blankemeijer

Aan het woord is Nienke de Wolf, HR Manager bij waterbedrijf Evides. Nienke de Wolff is door de leden van de WWb per 1 augustus 2021 benoemd als bestuurslid van de WWb. Zij neemt daarbij het stokje over van Hank Kuit die, na aan het einde van zijn zittingsduur is gekomen, het bestuur gaat verlaten.

WWb Foto Nienke de Wolff juli 2021

Nienke: “Ik werd gevraagd om na het vertrek van Hank Kuit per 1 augustus deel te nemen aan het bestuur van de WWb. Het is voor mij weer een hele nieuwe rol. Het lijkt mij heel interessant en leuk om naast mijn werk voor Evides ook breder in de drinkwatersector actief te zijn. Ik zit ook in het overleg voor de HR-managers in de drinkwatersector (HPO) en kan zo de linking pin vormen tussen het HPO en het bestuur van de WWb. Mijn twee collega-bestuursleden zijn directeur bij een waterbedrijf. Ik denk dat ik, gezien mijn HR-achtergrond, nieuwe kennis en inzichten kan toevoegen aan het bestuur. We vormen op deze manier een mooi en divers team.”

Tijdens het laatste cao-overleg hebben vakbonden en werkgevers afgesproken om een aantal paritaire werkgroepen in te stellen. Deze werkgroepen gaan onderzoek doen naar een HR-onderwerpen zoals onder meer duurzame inzetbaarheid van medewerkers, het gebruik van het EB-budget en de verschillen in beloning als gevolg van de garantietoeslagen.

Nienke: “Ik denk dat het heel goed is dat de cao-partijen zich meer bezig gaan houden met die HR-onderwerpen. Ik zie het als een uitdaging om de cao verder te ontwikkelen van een financieel document dat bol staat van financiële regelingen en oude overgangsbepalingen naar een HR-instrument waar zowel de werkgever als de medewerker zijn voordeel mee kan doen.

Zeker, we hebben op dit moment een hele goede cao maar we moeten er nog verder mee aan de slag. Ik vind zelf dat de cao te weinig aandacht besteed aan belangrijke onderwerpen zoals de bevordering van inclusiviteit en nieuwe vormen van werken zoals bijvoorbeeld het hybride werken. De cao zou naar mijn mening meer keuzemogelijkheden moeten bevatten waarmee de werkgever en medewerker gezamenlijk hun arbeidsrelatie vorm kunnen geven. Daarbij komen vragen aan de orde zoals de functie-inhoud, , duurzame inzetbaarheid, loopbaanontwikkeling en natuurlijk arbeidsvoorwaarden in de breedste zin van het woord. De cao zou deze zaken meer moeten faciliteren in plaats van dwingend voorschrijven.”

Een belangrijke taak voor het bestuur van de WWb is het afsluiten van een cao. Het bestuur onderzoekt wat de wensen van de leden van de WWb zijn en onderhandelt met de vakbonden over de voorwaarden van de cao.

Nienke: ”Ik denk dat de cao een belangrijk instrument blijft voor bedrijven en dient als basis van hun personeelsbeleid. Een duidelijke richting en heldere kaders zijn daarbij belangrijk. We zijn immers met zijn allen in één sector werkzaam. De medewerkers, onze klanten en de aandeelhouders kijken ook naar onze sector als geheel. Het is daarom goed dat bedrijven belangrijke zaken met elkaar te blijven af te stemmen en eventueel in een cao vast te legen. Wij kunnen daarbij ook veel van elkaar leren. Aan de andere kant verschillen de bedrijven in de drinkwatersector ook weer van elkaar. Er zijn grote en ook kleinere bedrijven, we werken in verschillende delen van het land of hebben gewoon verschillende werkzaamheden en soorten klanten. Er moet daarom in de cao voldoende ruimte blijven voor maatwerk zodat de bedrijven een personeelsbeleid kunnen voeren dat echt bij hen past. De cao moet hen daarbij helpen en mag daarom geen keurslijf worden.”

De drinkwatersector staat bekend als een hele mooie sector om in te werken. De bedrijven voorzien in een belangrijke behoefte; namelijk het zorgdragen voor voldoende betrouwbaar drinkwater tegen een redelijke prijs. Alles kan natuurlijk nog beter, maar in het algemeen staat de drinkwatersector ook bekend als een sector waar het prettig werken is met onder meer een grote mate van baanzekerheid en goede arbeidsvoorwaarden.

Nienke: “Het viel mij met name tijdens de coronacrisis op dat het goed werken is in de drinkwatersector. We hebben bij de uitbraak van de pandemie heel snel een aantal zaken zoals bijvoorbeeld de werkplekken moeten aanpassen maar daarna ging het werk gewoon door. In goed overleg tussen de werkgever en de medewerkers bleek er ook heel veel mogelijk en konden we de problemen als gevolg van de nieuwe situatie voor medewerkers in veel gevallen prima oplossen. We hebben geen steun bij de overheid hoeven aan te vragen en we hebben als gevolg van de crisis ook geen afscheid van mensen hoeven te nemen. In mijn omgeving ken ik daarentegen mensen die wel enorm hard door de coronacrisis zijn geraakt. Zij hebben werkelijk van de ene op de andere dag hun werk en daarmee hun inkomen verloren. Oude zekerheden zoals hun woning komen dan ineens op lossen schroeven te staan. Als ik dat zie, dan hoop ik maar dat wij als medewerkers in de drinkwatersector ons realiseren dat we echt blij mogen zijn dat we in deze mooie sector werken.”