Is de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd stilzwijgend verlengd omdat de werknemer één dag langer doorwerkte?
Daarbij zijn de intenties van de werkgever en de werknemer op het moment van de stilzwijgende verlenging bepalend, aldus de kantonrechter (ECLI:NL:RBLIM:2025:9213). In deze zaak was de kantonrechter van oordeel dat uit alle feiten en omstandigheden volgde dat partijen geen voorzetting van de arbeidsovereenkomst hebben nagestreefd.
De casus
Partijen zijn een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan. De duur van de arbeidsovereenkomst is zes maanden. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat deze van rechtswege eindigt op 15 februari 2025 zonder dat hiervoor voorafgaande opzegging vereist zal zijn en zonder dat partijen hiervoor toestemming nodig hebben van de daartoe bevoegde instantie.
Op voorhand geeft de werkgever aan de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen, zodat ook voldaan is aan de aanzegverplichting. Echter na afloop van de arbeidsovereenkomst op 15 februari 2025 heeft de werknemer op 16 februari 2025 nog één dag gewerkt. Daarna is hij niet meer ingeroosterd. De werknemer stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend op dezelfde voorwaarden is verlengd doordat de werkgever hem na afloop van de arbeidsovereenkomst nog één dag heeft laten werken.
Wanneer is er sprake van stilzwijgende verlenging
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan stilzwijgend voor dezelfde tijd op dezelfde voorwaarden worden voortgezet als de werkgever de verplichting tot aanzegging niet is nagekomen en de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet of als de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak wordt voortgezet. Het komt er dan op aan of de werknemer op grond van gedragingen van de werkgever heeft mogen aannemen dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de tijd waarvoor deze was aangegaan, stilzwijgend werd voortgezet. Daarbij zijn de intenties van partijen op het moment van de stilzwijgende verlenging bepalend.
Geen stilzwijgende verlenging
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst niet stilzwijgend is verlengd. Uit de overgelegde stukken kan de kantonrechter niet opmaken dat het de intentie van partijen was om de arbeidsovereenkomst stilzwijgend te verlengen:
- In de arbeidsovereenkomst is de aanzegverplichting opgenomen.
- De arbeidsovereenkomst eindigde van rechtswege op 15 februari 2025.
- Uit het enkele feit dat de werknemer op 16 februari 2025 nog was ingeroosterd en ook heeft gewerkt, kon hij niet de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat de werkgever de overeenkomst wilde voortzetten.
- De werknemer is na 16 februari 2025 niet meer ingeroosterd.
- De werkgever heeft de werknemer op 21 februari 2025 een voorstel voor de eindafrekening gezonden, hieruit volgt dat de werkgever uitging van een einde van het dienstverband.
- De werknemer heeft aangegeven het niet eens te zijn met een paar verrekeningen in de eindafrekening en heeft niet gevraagd waarom hij niet meer was ingeroosterd.
- Ook heeft de werknemer geen andere uitlatingen gedaan waaruit zou blijken dat hij er vanuit ging dat zijn arbeidsovereenkomst was voortgezet, de kantonrechter concludeert dat het ook voor de werknemer duidelijk was dat het dienstverband was beëindigd.
Het standpunt dat de overeenkomst stilzwijgend zou zijn verlengd, komt pas naar voren in de brief van 17 maart 2025 van de gemachtigde van werknemer. Voor die tijd hebben partijen het hier niet over gehad en hebben zij ook naar elkaar niet de indruk gewekt dat de arbeidsovereenkomst was voortgezet. De werkgever heeft op een gegeven moment in een mail van 16 mei 2025 zich op het standpunt gesteld dat de overeenkomst was voortgezet. De kantonrechter zegt hier het volgende over. Dit standpunt is hoogst ongelukkig, maar is niet meer dan een- naar het oordeel van de kantonrechter onjuiste- juridische kwalificatie van de feitelijke situatie. De kantonrechter merkt vervolgens op aan deze kwalificatie niet gebonden te zijn.
Conclusie
het enkele feit dat nog werkzaamheden worden verricht na de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betekent niet dat de overeenkomst is voortgezet. Het is dan wel van belang om niet de indruk te wekken dat de arbeidsovereenkomst is voortgezet. Als werkgever doe je er wel verstandig aan om de werknemer na de einddatum van het dienstverband niet meer toe te laten tot de werkzaamheden.